"Testers moeten technischer worden om als volwaardig lid in een team mee te kunnen draaien"
3. Dienstverlening ‘as a service’
Een andere marktbeweging die Rabobank signaleert is de toename van dienstverlening ‘as a service’. Binnen Bartosz zien we daarin, na jaren van voorzichtige pogingen in de markt, juist weer een afname. Dat is enerzijds omdat het testen van software de sluitpost van het softwarevoortbrengingsproces is. Een zogenaamde ‘verservicing’ van testprocessen stelt stringente kwaliteitscriteria aan alle voorgaande disciplines in het project. Vergelijk het met het plaatsen van een dak op een woning: het is onmogelijk om een vaste prijs en einddatum te halen wanneer andere partijen later opleveren, of niet de gevraagde kwaliteit leveren, tenzij het servicecontract wordt doorspekt met uitsluitingen van aansprakelijkheid.
Maar wellicht nog belangrijker is dat we bij de top van de Nederlandse bedrijven nog altijd de toenemende behoefte zien om Agile te werken. Grondprincipes als interactie en flexibiliteit zijn moeilijk te combineren met het contract- en clausule-denken van verservicing. In het Agile manifesto staan deze twee lijnrecht tegenover elkaar: customer collaboration over contract negotiation. Wij zien dat de meeste bedrijven oprechte samenwerking en flexibiliteit meer waarderen dan een rigide naleving van een initieel opgesteld contract.
4. De opkomst van de systeemkwaliteitsregisseur
Op het gebied van markttechnologie zetten reeds bekende trends zich in 2016 voort. De top 10 trends voor 2016 volgens Gartner hebben een duidelijke rode draad in de hoek van Internet of Things: de vervlechting van mobiele en digitale apparaten, die steeds minder individueel en steeds meer als totaalnetwerk opereren, waarbij ze zowel informatie waarnemen als informatie terugvoeren. Zes van de trends in deze top 10 zijn rechtstreeks daaraan te koppelen. Wie Internet of Things zegt, heeft het automatisch ook over Big Data, Cloud Computing, Mobile technologie en service georiënteerde architectuur: trends die al een tijd gaande zijn en die zich verder zullen ontwikkelen. De mogelijkheden van IoT zijn eindeloos, de risico’s overigens ook.
De uitdaging voor dienstverleners van software testing is om antwoord te vinden op de specifieke mogelijkheden en risico’s die Internet of Things meebrengen, nu en in de toekomst. Specifiek voor testen laat IoT zich in toenemende mate vertalen naar grotere en complexere ketens en dus zwaardere ketentesten. Dat vraagt om ketenregie met meer actoren en stakeholders, maar om de mogelijkheid om de keten sneller en slimmer op te knippen en te modeleren (model based testen). De keten wordt bovendien zo groot dat bepaalde testen niet meer handmatig uit te voeren zijn. Naast functioneel testen (simpel gezegd: doet het systeem wat het moet doen), worden ook de non-functionele zaken complexer. Denk aan informatiebeveiliging en performance, maar ook het beheer over de keten. Ook spelen zaken als compatibiliteit van apparaten en besturingssystemen en virtualisatie een steeds grotere rol.
De groei van ketens vraagt om totaalregie van het ontwikkelingsproces, maar ook van kwaliteitscontrole. Dat brengt grotere verantwoordelijkheden, en daar ontstaan ook carrièrekansen voor testprofessionals. In de nabije toekomst zal een nieuwe rol zal ontstaan, die van systeemkwaliteitsregisseur: iemand die component-overstijgend, zelfs bedrijfsoverstijgend regie voert en belast is met het aantonen en bereiken van kwaliteit van een compleet ecosysteem van functies. Daarbij is verregaande autonome verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid noodzakelijk. Een voorbeeld van een testspecialisme waar deze trend al gaande is betreft de informatiebeveiliging: Ronald Prins, CTO van een van Nederlands leidende bedrijven op het gebied van informatiebeveiliging Fox-IT stelde onlangs terecht in een interview met het Financieel Dagblad: “We hebben in Nederland een deltacommissaris voor de dijken. Die man heeft een budget van een miljard euro per jaar met een mandaat waarmee hij dwars door alle ministeries heen zaken kan regelen. We hebben een cybercommissaris nodig met dezelfde bevoegdheden voor het beveiligen van internet, om een antwoord vinden op het privacyvraagstuk en vooral de gevolgen van het internet of things, het aansluiten van ontelbare apparaten op internet”.