"Testen: iedereen kan het, het is nooit een vak geweest! Een tester wordt in een paar weken klaargestoomd en vervolgens losgelaten bij een klant. Datgene wat je in vier weken kunt leren, is geen vakgebied, dat is een kunstje"
Testautomatisering
Volgens van Solingen neemt het belang van testautomatisering toe. Ontwikkelingen als Agile en DevOps zorgen ervoor dat er sneller, in kortere iteraties en vaker getest en hertest moet worden. Hij stelt dat testautomatisering hiervoor onontbeerlijk is. Hier kunnen we volgens mij niet omheen. Binnen mijn bedrijf signaleren we de onmiskenbaar toenemende vraag naar technisch onderlegde testers al een aantal jaar, en daarom geven we onze testers een gedegen technische basis mee.
Ik verwacht echter dat in de toekomst testautomatiseringstools algemeen bedienbaar worden door gebruikers zonder programmeerkennis, vergelijkbaar met de huidige mogelijkheid om gemakkelijk een eigen website te creëren met drag & drop-achtige tools.
Ontwikkelaars testen zelf
Van Solingen stelde: ‘Een slager kan wel degelijk zijn eigen vlees keuren! Ontwikkelaars en leveranciers zullen in toenemende mate zelf testen, ontwikkelde systemen worden steeds meer testgedreven gerealiseerd.’ Mijn reactie: dat men het kán wil niet zeggen dat men het doet, vraag maar aan Volkswagen.
Een leverancier heeft dikwijls andere belangen dan de klant. Een stroming als test driven development bestaat al sinds 2003 en is nog steeds niet de heersende norm. Uiteindelijk dromen softwareontwikkelaars van creëren, en minder van controleren.
Testen moet sneller
Het belang van ‘time to market’ verkort de beschikbare testtijd, aldus van Solingen. Testen moet dus sneller, terwijl het belang van kwaliteitscontrole verder toeneemt. De behoefte is dus niet om minder, maar om efficiënter te testen. Daarmee ben ik het eens. Ik denk dat testers daarin moeten aanpassen, zoals elk modern vakgebied op efficiëntie wordt uitgedaagd. Testautomatisering is daarvoor een krachtig instrument, maar het is geen wondermiddel. Het opzetten van een geautomatiseerde test is tijdrovender dan van handmatige tests. Die tijd kun je terugwinnen in de uitvoerfase, afhankelijk van de noodzaak tot en de frequentie van uitvoering.
In een Agile-setting liggen noodzaak en frequentie doorgaans inderdaad hoger, maar nog steeds is de return on investment (roi) niet gegarandeerd. Bovendien: de doorlooptijd van een testtraject is in de praktijk vaak een wisselwerking tussen de tijd voor het vinden van fouten en de tijd voor het oplossen ervan. Geautomatiseerd testen zal dat laatste niet versnellen.
Volgens mij valt het met het verdwijnen van het testvak vooralsnog echter nog wel mee.
Testen: iedereen kan het
Van Solingen was duidelijk over zijn standpunt wat betreft het testvak. ‘Testen: iedereen kan het, het is nooit een vak geweest! Een tester wordt in een paar weken klaargestoomd en vervolgens losgelaten bij een klant. Datgene wat je in vier weken kunt leren, is geen vakgebied, dat is een kunstje.’ Prachtig prikkelend, maar gelukkig schromelijk overdreven.
Het is niet de training die de tester tot een vakman maakt, het zijn de vlieguren in de praktijk, in combinatie met een keur aan analytische en communicatieve eigenschappen. Dat je testtalent mede door persoonlijke kenmerken en eigenschappen wordt bepaald maakt het testvak juist tot allesbehalve een kunstje.
Duizend gebruikers testen beter dan twintig testers
Testen door gebruikers wordt steeds meer de norm, stelde van Solingen, waarom investeren in duurbetaalde testers vóór je livegang, als je gebruikers dat gratis, beter en sneller kunnen doen ná de livegang? In specifieke sectoren denk ik dat gebruikers door de wet van de grote aantallen inderdaad sneller fouten kunnen vinden dan een beperkt aantal testers. In mobile apps & gaming, en in internet retail is het bijvoorbeeld gemeengoed geworden dat gebruikers fouten en verbeteringen melden en bedrijven op dagelijkse basis verbeteringen implementeren. Dat maakt gebruikers echter niet tot betere testers: realiseer je de software van een hartbewakingspomp dan denk ik dat het onverstandig is om je onvolkomenheden uit gebruikerservaringen te vernemen.
Ook voor de app-branche geldt een nuance: zelfs kleine foutjes kunnen dodelijk zijn voor je product wanneer het er teveel zijn (de zogenaamde ‘death-by-a-thousand-cuts’). Wanneer gebruikers je product in de appstore massaal tot één ster afwaarderen, dan helpt geen reclamecampagne je nog: nieuwe gebruikers laten je product links liggen. Dan kunnen duizend goedkope gebruikers je weleens duur komen te staan.
Testen niet overlaten aan testers alleen
Tenslotte benadrukte van Solingen dat testen een competentie is die we niet enkel aan testers kunnen overlaten. Iedereen in het realisatieproces heeft een gezamenlijk belang in kwaliteit en kan daar vanuit zijn eigen discipline een toevoeging aan leveren. Daarmee ben ik het roerend eens! Daarom werken moderne testers in toenemende mate in nauwe afstemming met ontwikkelaars, ontwerpers, eindgebruikers, beheerders en product-owners in multidisciplinaire teams. Ik geloof sterk in multidisciplinaire teams, niet alleen in een Agile-setting.
Van Solingen is erin geslaagd om de bijna zevenhonderd bezoekers op TestNet een mooie spiegel voor te houden. Het it-landschap verandert voortdurend en daarmee het testvak. De tendens dat een tester beter technisch onderlegd dient te worden is er onmiskenbaar. En net als elke andere vakman moet een tester kritisch kijken naar de eigen competenties en vaststellen of deze voldoende toekomstbestendig zijn. Uiteindelijk zijn het, zoals van Solingen Charles Darwin citeerde: niet de sterksten of slimsten, maar de meest adaptieven die overleven. Volgens mij valt het met het verdwijnen van het testvak vooralsnog echter nog wel mee. Met een waakzame blik op de trends en de toekomst kan ik nog wel een aantal jaren vooruit… denk ik.